Yamaha RM1x User Manual Page 27

  • Download
  • Add to my manuals
  • Print
  • Page
    / 154
  • Table of contents
  • TROUBLESHOOTING
  • BOOKMARKS
  • Rated. / 5. Based on customer reviews
Page view 26
Algemene Handelingen
RM1x SEQUENCE REMIXER 27
4. De Functieknoppen
De vier functieknoppen onder de LCD-display — F1 tot F4
— worden slechts waar nodig actief. Als een functieknop ac-
tief is, gaat de indicator ervan (de LED meteen links van de
knop) branden. De functieknoppen worden actief wanneer een
“doe het”-achtige knop wordt vereist zoals Disk “SAVE” bij-
voorbeeld, of de “DO!”-functie die voor de meeste jobs aan-
wezig is.
5. Toetsenbordmodes
Het toetsenbord van de RM1x doet veel meer dan alleen maar
noten invoeren. In samenwerking met de KEYBOARD-mode-
knoppen kunt u snel en efficiënt een hele reeks parameters
invoeren. Een van de functies waaruit u kunt kiezen — het
invoeren van numerieke waarden — is al besproken in het
gedeelte “Het Wijzigen van Waarden (Editing)”, (pagina 26).
Met het toetsenbord kunt u ook grid-typedata invoeren in de
Grid Groove- (pagina 55) en Grid Step Record (pagina 54)
modes. De resterende toetsenbordmodes worden hieronder
besproken:
TRACK
Hiermee kunt u direct tracks selecteren voor het opnemen en
andere handelingen die verband houden met de tracks. Om
een van de 16 tracks van de RM1x te selecteren, houdt u de
[TRACK]-knop ingedrukt. De indicator boven de toets op het
toetsenbord die correspondeert met de geselecteerde track gaat
knipperen. Terwijl u de [TRACK]-knop ingedrukt houdt, drukt
u op de knop die correspondeert met de track die u wilt selec-
teren (de corresponderende indicator gaat knipperen en de
geselecteerde track wordt gemarkeerd op de LCD-display),
en dan drukt u op de [TRACK]-knop.
TRANSPONEREN
Met deze mode kunt u op een snelle en gemakkelijke manier
de afspeeltoonhoogte transponeren in eenheden van halve to-
nen -12 halftonen tot +13 halftonen (in samenwerking met de
OCTAVE knoppen — pagina 13 — is het mogelijk om te trans-
poneren over een bereik van +/- 36 halftonen ). Als u de
[TRANSPOSE]-knop ingedrukt houdt, gaat(n) de
toetsenbordindicator(s) die corresponderen met de
transponeerwaarde knipperen. Een enkele knipperende LED
geeft de corresponderende witte toets aan, en twee knippe-
rende LEDs geven de zwarte toets daar tussenin aan.
De middelste E-toets op het toetsenbord (met labels “H” en
“8”) correspondeert met geen enkele tranponering. Hogere of
lagere toetsen geven transponeren aan met het corresponde-
rende aantal halftonen in de corresponderende richting. De
mate van transponeren wordt ook aangegeven door de
TRANS-parameter in de PATTERN- en SONG-displays.
Om de transponeerwaarde te wijzigen, hoeft u slechts de be-
treffende toets in te drukken terwijl u de [TRANSPOSE]-knop
ingedrukt houdt.
Page view 26
1 2 ... 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 ... 153 154

Comments to this Manuals

No comments