Yamaha RM1x User Manual Page 148

  • Download
  • Add to my manuals
  • Print
  • Page
    / 154
  • Table of contents
  • TROUBLESHOOTING
  • BOOKMARKS
  • Rated. / 5. Based on customer reviews
Page view 147
148 RM1x SEQUENCE REMIXER
Patch: Een schermpagina in Pattern-mode waarmee u patronen kunt
selecteren en afspelen, en patronen kunt creëren door frases
aan iedere track van het patroon toe te wijzen.
Pattern: Een begeleidingspatroon die uit drums, bass en akkoord
backing bestaat en die wordt gecreëerd door frases staart-
aan-staart te verbinden of door maximaal 16 delen verticaal
op te stapelen.
Phrase: Een eenheid muzikale begeleiding gespeeld door een
begeleidingsdeel zoals bijvoorbeeld een ritmepatroon van een
ritmedeel, een bass line van een het bass-deel, of akkoord
backing van het gitaardeel. Frases zijn de kleinste eenheid
waarvanuit de begeleiding van een song wordt gecreëerd.
Pitch bend: Een soort MIDI-message die zacht de toonhoogte wij-
zigt.
Portamento: Een effect dat zacht de toonhoogte van de ene naar de
andere noot wijzigt. Hogere instellingen van Portamento Time
produceren een langzamere wijziging, en er is geen effect
bij een instelling van 0.
Program change: Een MIDI-message die een voice selecteert.
Program number: Op de RM1x is dit een getal dat een van de voorin-
gestelde geluiden selecteert.
Punch in recording: Een methode van realtime-opname waarbij
in- en uitprikpunten geselecteerd worden, waardoor het op-
nemen alleen in dat gebied plaats vindt.
Q
Quantize: Een functie die de niet-exacte timing van noten of andere
events “op orde brengt” die zijn ingevoerd in realtime.
R
Realtime recording: Een opnamemethode waarbij uw performance
wordt opgenomen op het moment van afspelen, net zoals bij
een conventionele multitracker. Omdat de performance wordt
opgenomen tijdens het afspelen, worden de muzikale expres-
sie en nuances van uw performance nauwkeurig opgenomen.
Release time: De tijdsduur dat het volume daalt van het sustain
level (vanaf het moment dat de noot wordt losgelaten) totdat
stilte is bereikt.
Replace: Een realtime- of prikopnamemethode waarin eerder op-
genomen data worden gewist (vervangen) zodra nieuw ma-
teriaal wordt opgenomen.
Resonance: Een parameter die het signaalniveau ‘boost’in het ge-
bied van de cutoff-frequentie. Door de nadruk te leggen op
de overtonen, kan dit een opvallende “piekige” toon veroor-
zaken, waardoor het geluid helderder en harder wordt.
Reverb: Een effect dat de akoestische weergalming simuleert van
een kamer of ruimte. Het geluid dat ons oor bereikt bevat
gewoonlijk niet alleen het directe geluid, maar ook het ge-
luid dat wordt weerkaatst door de muren of het plafond. Re-
verb creëert deze indirecte weerkaatsingen kunstmatig. Hoe-
wel sommige weerkaatsingen kunnen worden opgevat als
afzonderlijke echo’s, vertwijst de term “reverb” gewoonlijk
alleen naar de onduidelijke “wash” van weerkaatst geluid.
RPN: Een acroniem voor Registered Parameter Number. Met deze
MIDI-messages kunt u Part-instellingen maken zoals Pitch
Bend Sensitivity of Tuning.
S
Save: Het opslaan van data of songs van het interne geheugen naar
floppy disk.
Section: (Gedeelte) Een term die verwijst naar elk van de 16 patroon-
types die een stijl vormen. Patronen worden geselecteerd
door het selecteren van de stijl en het gedeelte.
Send level: De hoeveelheid signaal die naar geselecteerde bus-line
wordt verstuurd waardoor deze wordt verwerkt door een ef-
fect. De hoeveelheid signaal die wordt teruggestuurd van het
effect is het “return-niveau.”
Sensitivity: De mate waarmee een aspect van het geluid (bijvoor-
beeld volume) antwoordt op een control (bijvoorbeeld noot-
velocity).
Sequencer: Een blok (of apparaat) dat een muziekperformance
opneemt, edit, wijzigt, en afspeelt in de vorm van MIDI-
messages.
Sequence tracks: Tracks die normale MIDI-sequencedata opne-
men en afspelen.
SMF: zie “Standard MIDI File”.
Song: Een muziekcompositie die wordt gecreëerd door
performance-data op een of meer tracks op te nemen.
Standard MIDI File (SMF): SMF is een acroniem voor Standard
MIDI File: een formaat waarmee u gemakkelijk songdata
tussen verschillende sequencers kunt verwisselen. De meeste
software- en hardwarefabrikanten van tegenwoordig leve-
ren software/hardware die Standaard MIDI-Files kan lezen
en schrijven.
Step recording: (Stapsgewijs opnemen) De opnamemethode waar-
bij muziek wordt ge-input door noten één voor één in te voe-
ren, en de nootlengte, -velocity, en toonhoogte enz. van ie-
dere noot wordt geselecteerd.
Stereo location: De lokatie in het stereo-gebied van waar een ge-
luid te horen is. Deze kan worden gewijzigd door de Pan-
instelling.
Style: De collectieve naam voor een serie van 16 gedeelten (A-P).
Gedeelten worden samengebracht om een backing-patroon
te creëren.
Synchronization: De functie of het proces van het koppelen van het
afspeel- of opnametempo van een apparaat met een afzon-
derlijk, extern apparaat zoals een andere sequencer of een
ritme-apparaat.
Sync: Zie “Synchronization”.
System (effect): Een effect dat op alle delen kan worden toegepast
door de Send Levels en het Return Level aan de passen. Met
systeemeffecten kunt u reverb of chorus enz. toepassen op
het algehele geluid. De RM1x is uitgerust met Reverb en
Chorus als systeemeffecten. Het Variatie-effect kan ook als
een systeemeffect worden toegepast.
System exclusive message: Een MIDI-messagetype waarmee u
data kunt verwisselen die uniek zijn voor een bepaald model
of bepaald type apparaat.
T
Track: Een lokatie waar muzikale performancedata worden opge-
4. Woordenlijst
Page view 147

Comments to this Manuals

No comments